kantor

Indonesisch

Woordafbreking
  • kan·tor
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Nederlandse "kantoor," dit is een van de Indonesische woorden van Nederlandse oorsprong

Zelfstandig naamwoord

kantor

  1. kantoor
Afgeleide begrippen
  • berkantor, kantoran, ngantor, perkantoran, sekantor


Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈkɑntuɾ /
Woordafbreking
  • kan·tor
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie 39652
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   kantor     kantoren     kantorer     kantorene  
genitief   kantors     kantorens     kantorers     kantorenes  

Zelfstandig naamwoord

kantor, m

  1. (beroep), (muziek), (religie) cantor
Afgeleide begrippen
  •  kantori zn 


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈkɑntuɾ /
Woordafbreking
  • kan·tor
Woordherkomst en -opbouw
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   kantor     kantoren     kantorar     kantorane  

Zelfstandig naamwoord

kantor, m

  1. (beroep), (muziek), (religie) cantor
Afgeleide begrippen
  •  kantori zn 
  •  kantorikor zn 


Zweeds

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

kantor, o

  1. (beroep), (muziek), (religie) cantor
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.