kauwde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kauwde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kauw·de

Werkwoord

vervoeging van
kauwen

kauwde

  1. enkelvoud verleden tijd van kauwen
    • Ik kauwde. 
    • Jij kauwde. 
    • Hij, zij, het kauwde. 
     Rond elf uur hield ik het niet meer en nam één hap van mijn Snicker. Ik kauwde zorgvuldig om optimaal te genieten van de nougat, pinda’s, karamel en melkchocolade.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord kauwde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.