keen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  keen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • keen

Werkwoord

vervoeging van
kenen

keen

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kenen
    • Ik keen. 
  2. gebiedende wijs van kenen
    • Keen! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kenen
    • Keen je? 

Gangbaarheid

  • Het woord keen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
22 %van de Nederlanders;
18 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  keen (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /kiːn/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudengelse cene.
stellend vergrotend overtreffend
keenkeenerkeenest

Bijvoeglijk naamwoord

keen

  1. scherp
  2. enthousiast
  3. oplettend
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.