kicken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kicken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kic·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Engels [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kicken
kickte
gekickt
zwak -t volledig

Werkwoord

kicken

  1. plotseling gevoel van opwinding, een plezierig gevoel, een kick krijgen, genieten
  2. trappen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord kicken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.