kijkgraag

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kijkgraag    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkɛikɣrax/
Woordafbreking
  • kijk·graag
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen kijkgraag
verbogen kijkgrage

Bijvoeglijk naamwoord

kijkgraag

  1. verlangend iets te zien
    • Bij het rumoerig, kijkgraag volk, dat een paar stuivers over had voor een staanplaats in de oude schouwburg (…) kon een schouwburgregent met de beheerste en gestileerde kunst van Vondel niet veel successen bereiken. [2]

Gangbaarheid

  • Het woord 'kijkgraag' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
73 %van de Nederlanders;
68 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.