kindekes

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kindekes    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkɪndəkəs/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • kin·de·kes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

dekindekesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kind
     Een op de vijftien inwoners van het Brabantse Gastel werkt mee aan de levende kerststal. Elk jaar is er weer een zoektocht naar genoeg kindekes Jezus.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord kindekes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Esther Wittenberg
    “Heel het dorp werkt aan de kerststal” (22 december 2008) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.