klemzetten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  klemzetten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • klem·zet·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
klemzetten
zette klem
klemgezet
zwak -t volledig

Werkwoord

klemzetten

  1. (ook (figuurlijk)) iets of iemand dusdanig benaderen dat hij geen kant meer op kan
     Trekkers zetten ALDI-vrachtwagen klem in Drachten: Een kleine groep boeren blokkeert woensdagochtend opnieuw een distributiecentrum van ALDI in Drachten. Eén van de ALDI-vrachtwagens buiten de hekken kon door drie trekkers geen kant meer op.[1]
  2. (verkeer) met een wielklem bereiken dat een voertuig onbeweeglijk wordt
Afgeleide begrippen
  • klemzetting

Werkwoord

vervoeging van
klemzetten

klemzetten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van klemzetten
    • ...dat wij klemzetten. 
    • ...dat jullie klemzetten. 
    • ...dat zij klemzetten. 

Gangbaarheid

  • Het woord klemzetten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Trekkers zetten ALDI-vrachtwagen klem in Drachten” (6 juli 2022), NU.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.