kleurden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kleurden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kleur·den

Werkwoord

vervoeging van
kleuren

kleurden

  1. meervoud verleden tijd van kleuren
    • Wij kleurden. 
    • Jullie kleurden. 
    • Zij kleurden. 
     De ronde bergen in de verten kleurden pastelblauw en lila en vormden een mooi contrast met de warme aardse kleuren om mij heen.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord kleurden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.