klokke

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  klokke    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈklɔkə/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • klok·ke
Woordherkomst en -opbouw
  • bw:  klok zn  met de uitgang -e, de oude datief
  • ww:  klok ww  met de uitgang -e

Bijwoord

  1. precies op het ronde uur (altijd in verbinding met een telwoord dat aangeeft om welke tijd het gaat)
     De laatste dag van maart om klokke vijf krijgen vrijwel alle laatstejaars scholieren in Amerika de uitslag van de universiteiten waarvoor ze zich hebben aangemeld.[1]
Typische woordcombinaties
  • klokke twaalf: precies om twaalf uur

Werkwoord

vervoeging van
klokken

klokke

  1. aanvoegende wijs van klokken
    • Wie niet afhankelijk wil zijn van de officiële tijdwaarneming, klokke zelf met de hand. 

Gangbaarheid

  • Het woord klokke staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
37 %van de Nederlanders;
48 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Pia de Jong
    “Missie geslaagd” (12 april 2016) op nrc.nl
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.