kluiven

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kluiven    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • klui·ven
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘met de tanden vlees van bot halen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1451 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kluiven
kloof
(kluifde)[2]
/’klʌʏ.və(n)/
gekloven
(gekluifd)[3]
/klof/
klasse 2 volledig

Werkwoord

kluiven

  1. inergatief een bot in handen houden en er vlees van afhappen
    • Toen het eten op tafel stond, begon hij meteen aan het bot te kluiven. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

dekluivenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kluif

Gangbaarheid

  • Het woord kluiven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.