klunzen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  klunzen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • klun·zen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
klunzen
klunsde
geklunsd
zwak -d volledig

Werkwoord

klunzen

  1. inergatief zich onhandig gedragen
    • En hij klunsde weer alsof het een lieve lust was... 

Zelfstandig naamwoord

deklunzenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kluns

Gangbaarheid

  • Het woord klunzen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.