knalgroen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: knalgroen (hulp, bestand)
- IPA: / knɑlˈɣrun / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- knal·groen
Woordherkomst en -opbouw
- intensiverende samenstelling van knal zn en groen bn [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | knalgroen | knalgroener | knalgroenst |
verbogen | knalgroene | knalgroenere | knalgroenste |
partitief | knalgroens | knalgroeners | - |
Bijvoeglijk naamwoord
knalgroen
- (kleur) met een heel erg helder en verzadigd groene kleur
- ▸ In het transparante, dubbelzijdige stofomslag zijn vijf uitgestanste afbeeldingen van designvoorwerpen opgesloten: twee krankjorume lampen, een vuurrode tafel, een geel ontbijtservies en een ludiek zitelement: een plag knalgroen reuzengras van rubber.[2]
Gangbaarheid
- Het woord knalgroen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Arjen Ribbens“Italiaans design van vijftig jaar geleden is nog steeds verrassend actueel” (1 april 2022) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.