kneg

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord kneg knegs, knegte

Zelfstandig naamwoord

kneg

  1. knecht
stamtijd
infinitief voltooid
deelwoord
kneg
gekneg
volledig

Werkwoord

kneg

  1. knechten
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.