knielen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  knielen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • knie·len
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘de knieën tot op de grond buigen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
knielen
knielde
geknield
zwak -d volledig

Werkwoord

knielen

  1. op de knieën gaan
    • Zij knielden tijdens de communie. 
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord knielen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.