knorrig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  knorrig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • knor·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van knorren met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen knorrigknorrigerknorrigst
verbogen knorrigeknorrigereknorrigste
partitief knorrigsknorrigers-

Bijvoeglijk naamwoord

knorrig

  1. chagrijnig, ontevreden, altijd aan het knorren
    • De oude brombeer was vandaag weer eens in een knorrige bui. 
     Het is nooit te laat om aan jezelf te werken en het blijft altijd een keuze of je knorrig of vrolijk door het leven wilt gaan.[1]
     Hoe dan ook, het was geweldig om de soms wat knorrige, gestreste kant van me af te kunnen schudden.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord knorrig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. 1 2
    Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.