koekte samen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: koekte samen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- koek·te sa·men
Woordherkomst en -opbouw
uit koekte (werkwoord) en samen, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
samenkoeken |
koekte (...) samen
- enkelvoud verleden tijd van samenkoeken
- Ik koekte samen.
- Jij koekte samen.
- Hij, zij, het koekte samen.
- Ik koekte samen.
Gangbaarheid
- Het woord koekte samen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.