koffiezetten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: koffiezetten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kof·fie·zet·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van koffie en zetten
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| koffiezetten |
zette koffie |
koffiegezet |
| zwak -t | volledig | |
Werkwoord
koffiezetten
- inergatief koffie bereiden
Afgeleide begrippen
- koffiezetapparaat, koffiezetmachine, koffiezetter, koffiezetting
Werkwoord
| vervoeging van |
|---|
| koffiezetten |
koffiezetten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van koffiezetten
- ...dat wij koffiezetten.
- ...dat jullie koffiezetten.
- ...dat zij koffiezetten.
- ...dat wij koffiezetten.
Gangbaarheid
- Het woord koffiezetten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "koffiezetten" herkend door:
| 91 % | van de Nederlanders; |
| 86 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.