krieltje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  krieltje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kriel·tje
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘kleine, nieuwe aardappel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1872 [1]

Zelfstandig naamwoord

hetkrieltjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kriel

Gangbaarheid

  • Het woord krieltje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.