krijten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  krijten    (hulp, bestand)
  • IPA: /krɛɪtə(n)/
Woordafbreking
  • krij·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
krijten
kreet
gekreten
klasse 1 volledig 1,2
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘luid roepen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1265 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
krijten
krijtte
gekrijt
zwak -t volledig 3

Werkwoord

krijten

  1. (verouderd) luidkeels huilen of een kreet slaken
    • De zuigeling heeft nog lang van de pijn gekreten. 
  2. (valkerij) het luidkeels om voedsel van de ouders roepen van een jonge vogel
  3. met krijt tekenen
    • De kinderen krijtten de stoep vol met kleurige bloemen. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • [1] uitkrijten
Hyponiemen
  • bekrijten, uitkrijten
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord krijten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.