kunstleren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kunstleren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kunst·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen

Bijvoeglijk naamwoord

kunstleren

  1. gemaakt van een kunststof die lijkt op leer
  2. bekleedt met imitatieleer
     Hij lag op zijn rug, gefixeerd met banden die hem ervan weerhielden meer dan zijn ogen te bewegen, en glimlachte stralend als Miriam 'Hallo, papa' zei en op een witte kunstleren kruk met wieltjes zo dicht mogelijk bij zijn bed kwam zitten.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord kunstleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026334672
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.