kuren

Niet te verwarren met: küren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kuren    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkyrə(n)/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ku·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • ww: afgeleid van  kuur zn  met het achtervoegsel -en [1]
  • zn:  kuur zn  met de uitgang -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kuren
kuurde
gekuurd
zwak -d volledig

Werkwoord

kuren

  1. inergatief (medisch) een langdurige behandeling volgen
    • Ze doelt op de Oostenrijkse keizer Franz-Joseph I die hier kuurde. In Mariënbad heeft iedereen gekuurd die in Europa wat voorstelde: van Goethe tot Franz Kafka, van Wagner tot Gontsjarov. [2]

Zelfstandig naamwoord

dekurenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kuur

Gangbaarheid

  • Het woord kuren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.