langsam

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  langsam    (hulp, bestand)
  • IPA: [ˈlaŋˌzaːm]

Bijvoeglijk naamwoord

langsam

  1. langzaam
    «Eine Schnecke bewegt sich im Vergleich zu einem Verkehrsflugzeug sehr langsam
    Een slak beweegt zich in vergelijking met een vliegtuig zeer langzaam.


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˡlɑŋsɑm/
Woordafbreking
  • lang·sam
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig uit het Nederduitse.
  • Afgeleid van het Noorse naamwoord lang met het achtervoegsel -sam.

Bijvoeglijk naamwoord

langsam

  1. langzaam
  2. langdurig, saai
    «Det er langsamt å vere aleine.»
    Het is saai alleen te zijn.
Verbuiging
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud langsam langsamare langsamast
o enkelvoud langsam
meervoud langsamt
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
langsame langsamare langsamaste
Synoniemen
  • [1]: sakte
  • [1]: sein
  • [1]: seinvoren
  • [2]: keisam
  • [2]: kei
  • [2]: langvarig
  • [2]: stussleg
  • Nynorsk: [1]: langsom
Typische woordcombinaties
  • [1]: en langsame rørsler
langzame bewegingen
  • [1]: langsom kino
een vertraagde film
een slow motion
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.