laren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  laren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • la·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘beschermgoden van grond en huis’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]

Zelfstandig naamwoord

delarenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord laar

Verwijzingen

Gangbaarheid

  • Het woord laren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
62 %van de Nederlanders;
35 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.