lasbaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: lasbaar (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlɑzbar / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- las·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | lasbaar | lasbaarder | lasbaarst |
verbogen | lasbare | lasbaardere | lasbaarste |
partitief | lasbaars | lasbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
lasbaar
- mogelijk om te lassen
- Dit metaal is goed lasbaar.
Antoniemen
- onlasbaar
Verwante begrippen
- lasbaarheid
Gangbaarheid
- Het woord 'lasbaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lasbaar" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.