lassen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lassen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • las·sen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘een verbinding maken’ voor het eerst aangetroffen in 1317 [1]
  • [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
lassen
laste
gelast
zwak -t volledig

Werkwoord

lassen

  1. overgankelijk (techniek) door plaatselijke sterke verhitting van de voeg twee metalen voorwerpen met elkaar verbinden
    • Van roestvrij stalen buis laste ik het frame. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden

In elkaar lassen.

Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

delassenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord las

Gangbaarheid

  • Het woord lassen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  lassen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlasn̩/
Woordafbreking
  • las·sen
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
lassen
ließ
gelassen
Klasse 7 sterk volledig

Werkwoord

lassen

  1. overgankelijk laten
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.