last minute
Niet te verwarren met: lastminute |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: last minute (hulp, bestand)
- IPA: / lɑːstˈmɪnɪt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- last mi·nute
Woordherkomst en -opbouw
- van Engels last minute bn verbinding van last en minute, geschreven met een spatie volgens spellingregel 12.C onder (a)
Bijwoord
- op het laatste moment
- ▸ We zijn met de metro naar Manhattan gegaan om bij Cartier last minute trouwringen te kopen.[1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | last minute |
verbogen | - |
partitief | last minutes |
Bijvoeglijk naamwoord
last minute
- op het laatste moment geregeld of uitgevoerd
- ▸ Samen komen ze net uit een drukke week van vijf concerten met vijf verschillende concertprogramma’s in twee dagen. Het ging om concerten die al maanden gepland stonden, en last minute aanbiedingen, zoals deze week in het Gewandhaus in Leipzig.[2]
Afgeleide begrippen
- lastminute zn
Gangbaarheid
- Het woord last minute staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Pepijn Lanen“Beeldschoon” (4 juni 2016) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Rahul Gandolahage“Animato Kwartet: ‘Het is soms heel goed om een slecht idee uit te proberen’” (24 januari 2024) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.