lazer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lazer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • la·zer

Werkwoord

vervoeging van
lazeren

lazer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lazeren
    • Ik lazer. 
  2. gebiedende wijs van lazeren
    • Lazer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lazeren
    • Lazer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord lazer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
76 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.