lebberen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lebberen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlɛbərə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • leb·be·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
lebberen
lebberde
gelebberd
zwak -d volledig

Werkwoord

lebberen

  1. (drinken) onovergankelijk (min of meer hoorbaar) met kleine teugjes drinken
  2. (jeugd) zoenen (eigenlijke betekenis): kleverig, slijmerig worden
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord lebberen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.