lebben
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: lebben (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlɛbə(n) / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- leb·ben
Woordherkomst en -opbouw
- ww: klanknabootsing [1]
- zn: leb zn of lebbe zn met de uitgang -en
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
lebben |
lebde |
gelebd |
zwak -d | volledig |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord
Werkwoord
lebben
- inergatief (pejoratief) (verouderd) op een onzorgvuldige of gretige manier drinken
- ▸ Zoudt gij dispositie hebben,
Om een weinigje te lebben
Uit een flesch, vol keur van wijn,
Die tot uwen dienst zal zijn; (…)[2]
- ▸ Zoudt gij dispositie hebben,
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Zelfstandig naamwoord
de lebben mv
Gangbaarheid
- Het woord lebben staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Abraham Nicolaas Pellecom geciteerd door Gerrit van Rijn“Nicolaas Beets. Deel 1.” (1910), J.M. Bredée, Rotterdam, p. 444
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.