legoën

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  legoën    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlexowə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • le·go·en
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van de merknaam LEGO met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
legoën
legode
gelegood
zwak -d volledig

Werkwoord

legoën

  1. inergatief spelen met LEGO of vergelijkbaar constructiespeelgoed
    • En dan gezellig samen legoën in de speelruimte aan het einde van de tentoonstelling, want een grote bak Lego, dat blijft onweerstaanbaar. [1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'legoën' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.