leidend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: leidend (hulp, bestand)
- IPA: /ˈlɛidənt/
- (Nederland) /ˈlɛːɪdənt/
- (Vlaanderen) /ˈlɛːdənt/
Woordafbreking
- lei·dend
Woordherkomst en -opbouw
- leiden met de uitgang -d
Werkwoord
vervoeging van: | leiden |
verbogen vorm: | leidende |
leidend
- onvoltooid deelwoord van leiden
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | leidend | leidender | leidendst |
verbogen | leidende | leidendere | leidendste |
partitief | leidends | leidenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
leidend
- bepalend voor de richting van een beweging of ontwikkeling
- zich in de voorhoede bevindend
Gangbaarheid
- Het woord leidend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Afrikaans
Werkwoord
vervoeging van: | lei |
verbogen vorm: | leidende |
leidend
- onvoltooid deelwoord van lei
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.