lenze

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lenze    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlɛnzə/
Woordafbreking
  • len·ze
Woordherkomst en -opbouw
  • lens met de uitgang -e

Bijvoeglijk naamwoord

lenze

  1. verbogen vorm van de stellende trap van lens

Werkwoord

vervoeging van
lenzen

lenze

  1. aanvoegende wijs van lenzen

Gangbaarheid

  • Het woord lenze staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
13 %van de Nederlanders;
13 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.