leugenachtig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  leugenachtig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • leu·gen·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen leugenachtigleugenachtigerleugenachtigst
verbogen leugenachtigeleugenachtigereleugenachtigste
partitief leugenachtigsleugenachtigers-

Bijvoeglijk naamwoord

leugenachtig

  1. (van persoon) geneigd om veel te liegen.
  2. leugens bevattend
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord leugenachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.