leun aan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  leun aan    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • leun aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanleunen

leun aan

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanleunen
    • Ik leun aan. 
  2. gebiedende wijs van aanleunen
    • Leun aan! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanleunen
    • Leun je aan? 

Gangbaarheid

  • Het woord leun aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.