leuteren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  leuteren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • leu·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘kletsen’ voor het eerst aangetroffen in 1809 [1]
  • [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
leuteren
leuterde
geleuterd
zwak -d volledig

Werkwoord

leuteren [3]

  1. onovergankelijk praten zonder nuttige inhoud
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord leuteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.