leuzen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  leuzen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈløzə(n)/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • leu·zen
Woordherkomst en -opbouw
  •  leus zn  met de uitgang -en, waarbij de slotmedeklinker weer stemhebbend wordt
  •  leuze zn  met de uitgang -en

Zelfstandig naamwoord

deleuzenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord leus
  2. meervoud van het zelfstandig naamwoord leuze

Gangbaarheid

  • Het woord leuzen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.