lispen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lispen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlɪspə(n)/
Woordafbreking
  • lis·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
lispen
lispte
gelispt
zwak -t volledig

Werkwoord

lispen

  1. lispelen
    • 'k Hoor u dan lispen, / Fluisterend lispen: / 'k Zal u beminnen! [2]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'lispen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. lispen op website: Etymologiebank.nl
  2. Bellamy, J.
    Gedichten (1774-1786)

Middelnederlands

Werkwoord

lispen

  1. stamelen, stotteren, lispelen
Schrijfwijzen
  • lespen
Afgeleide begrippen
Overerving en ontlening
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.