loen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  loen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • loen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
loenen

loen

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loenen
    • Ik loen. 
  2. gebiedende wijs van loenen
    • Loen! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loenen
    • Loen je? 
Afgeleide begrippen
  • Loenhout

Gangbaarheid

  • Het woord loen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen


Bretons

Bijvoeglijk naamwoord

loen

  1. dier


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
loar

loen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van loar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van loar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.