losbaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  losbaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • los·baar
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van los met het achtervoegsel -baar
stellend
onverbogen losbaar
verbogen losbare
partitief losbaars

Bijvoeglijk naamwoord

losbaar [1]

  1. (financieel) het afgekocht kunnen worden
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'losbaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
65 %van de Nederlanders;
76 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.