luidens
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: luidens (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlœydəns / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- lui·dens
Woordherkomst en -opbouw
Voorzetsel
luidens
- zoals dat beschreven is in
- Luidens de statuten is alleen de voorzitter daartoe gemachtigd.
- ▸ Hij trok naar het Koninklijk Instituut voor Natuurwetenschappen, al waar, luidens de kranten, 'vooral de reconstructies van voorhistorische dieren zijn aandacht trokken'. Rare jongens, die Japanners.[1]
Synoniemen
Opmerkingen
- Dit is Belgisch-Nederlands, maar ook in België geen standaardtaal.
Zelfstandig naamwoord
luidens
Gangbaarheid
- Het woord luidens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "luidens" herkend door:
51 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[3] |
- frequentie in teksten in het Nederlands uit België, op een 7-puntsschaal: [4]
- 5
- frequentie in teksten uit België, vergeleken met die in Nederland, op een 7-puntsschaal: [4]
- 7
Verwijzingen
- ↑ Doen! in: Ludo Permentier & Rik SchutzTypisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, p. 274 kol. 1
- ↑ Betsy Hasebroek, Twee vrouwen.
Erven F. Bohn, Haarlem 1840 - ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- 1 2 Ludo Permentier & Rik Schutz“Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen” (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, luidens
Afrikaans
Voorzetsel
luidens
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.