maak kapot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  maak kapot    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmak kaˈpɔt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • maak ka·pot
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
kapotmaken

maak (…) kapot

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kapotmaken
    • Ik maak kapot. 
  2. gebiedende wijs van kapotmaken
    • Maak kapot! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kapotmaken
    • Maak je kapot? 

Gangbaarheid

  • Het woord maak kapot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.