maak nat

Uitspraak

• Geluid:  maak nat    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• maak nat

Woordherkomst en -opbouw

• uit maak (werkwoord) en nat, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

maak (...) nat

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van natmaken
   

   • Ik maak nat. 

2. gebiedende wijs van natmaken
   

   • Maak nat! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van natmaken
   

   • Maak je nat? 

Gangbaarheid

• Het woord maak nat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.