maakte af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  maakte af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • maak·te af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afmaken

maakte af

  1. enkelvoud verleden tijd van afmaken
    • Ik maakte af. 
    • Jij maakte af. 
    • Hij, zij, het maakte af. 

Gangbaarheid

  • Het woord maakte af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.