maakten buit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  maakten buit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • maak·ten buit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
buitmaken

maakten buit

  1. meervoud verleden tijd van buitmaken
    • Wij maakten buit. 
    • Jullie maakten buit. 
    • Zij maakten buit. 

Gangbaarheid

  • Het woord maakten buit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.