maakten vrij

Uitspraak

• Geluid:  maakten vrij    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈmaktə(n) ˈvrɛi / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• maak·ten vrij

Woordherkomst en -opbouw

• uit maakten (werkwoord) en vrij (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

maakten (…) vrij

1. meervoud verleden tijd van vrijmaken
   

   • Wij maakten vrij. 
     
   • Jullie maakten vrij. 
     
   • Zij maakten vrij. 

Gangbaarheid

• Het woord maakten vrij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.