malacoloog
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: malacoloog (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ma·la·coloog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | malacoloog | malacologen |
verkleinwoord | malacoloogje | malacoloogjes |
Zelfstandig naamwoord
de malacoloog m
- (beroep) iemand die zich bezig houdt met de malacologie, de weekdierkunde
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'malacoloog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.