mampieren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mampieren    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmɑmpirə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • mam·pie·ren
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

demampierenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord mampier

Gangbaarheid

  • Het woord mampieren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
2 %van de Nederlanders;
11 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.