mannen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mannen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmɑnə(n)/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • man·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
mannen
mande
gemand
zwak -d volledig

Werkwoord

mannen

  1. overgankelijk voorzien van voldoende personeel om te laten slagen
    • Het is een enthousiaste groep die nog wel een paar extra stemmen kan gebruiken. Ze weten zich nog steeds goed te mannen maar om alle partijen goed in balans te houden is iedere stem daar van harte welkom. [2]
  2. overgankelijk (scheepvaart) laden of lossen door in een rij voorwerpen van hand tot hand door te geven
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

demannenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord man
     Maar ook schreef ik mijn gedachten op over relaties, emoties, vrouwen, mannen, kinderen, verslaving, angst en haat.[3]
  2. manvolk; alle mannen tezamen
Hyponiemen
  • negenmannen

Gangbaarheid

  • Het woord mannen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Wie zingt er het hoogste lied? (12 juni 2019) op website: AlphensKozakkenkoor.nl; geraadpleegd 2019-07-14
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

mannen

  1. meervoud van man

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / mɑnən /
Woordafbreking
  • man·nen
Naar frequentie 292

Zelfstandig naamwoord

mannen

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van mann

Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / mɑnən /
Woordafbreking
  • man·nen

Zelfstandig naamwoord

mannen

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van mann

Veluws

Zelfstandig naamwoord

mannen

  1. meervoud van man

Zweeds

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Naar frequentie 422

Zelfstandig naamwoord

mannen

  1. nominatief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van man
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.