marchas

Frans

Werkwoord

vervoeging van
marcher

marchas

  1. tweede persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van marcher


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
marchar

marchas

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van marchar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.