informeel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: informeel (hulp, bestand)
- IPA: /ɪnfɔr'meːl/
Woordafbreking
- in·for·meel
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | informeel | informeler | informeelst |
verbogen | informele | informelere | informeelste |
partitief | informeels | informelers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
informeel [1]
- niet-officieel
- Dat is een informeel woord.
- voorlopig, vrijblijvend
- Je maakt nu wel een informele afspraak.
Verwante begrippen
- [1] taalgebruik
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord informeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "informeel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.